Strengere en nieuwe grenswaarden voor kankerverwekkende en mutagene stoffen

16.01.2018
De nieuwe Europese richtlijn 2017/2398 wijzigt de richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Deze wijziging moet bijdragen tot een betere bescherming van werknemers door het vaststellen van aangepaste grenswaarden voor carcinogene en mutagene agentia.

De belangrijkste wijzigingen

Reprotoxische agentia

De Commissie moet nagaan of reprotoxische agentia uiterlijk in het eerste kwartaal van 2019 in de werkingssfeer van de richtlijn kunnen worden opgenomen en kan daartoe een wetgevingsvoorstel indienen.

Chroom(VI)-verbindingen

Er is nu een grenswaarde voor blootstelling van 0,010 mg/m³ voor een periode van 5 jaar na de datum van omzetting (tot 17 januari 2025) overeengekomen, die wordt verlaagd tot 0,005 mg/m³. Er werd een afwijking ingevoerd voor het lassen en snijden met plasma of soortgelijke werkprocessen die rook genereren, met een grenswaarde voor blootstelling van 0,025 mg/m³ voor een periode van 5 jaar na de datum van omzetting (tot 17 januari 2025) en van 0,005 mg/m³ voor de periode daarna.

Stof van hardhout

Er is nu een grenswaarde voor blootstelling van 3 mg/m³ voor een periode van 3 jaar na de omzetting van de richtlijn (tot 17 januari 2023) en van 2 mg/m³ voor de periode daarna.

Respirabel kristallijn silicastof

De Commissie heeft toegezegd om in het kader van de komende evaluatie van de toepassing van de richtlijn de noodzaak van wijziging van de grenswaarde voor respirabel kristallijn silicastof te beoordelen. De grenswaarde opgenomen in bijlage bedraagt 0,1 mg/m³.

Voortgezet gezondheidstoezicht na einde blootstelling

De arts of de voor de medische controle op de werknemers in de lidstaten verantwoordelijke instantie, kan verklaren dat de medische controle na het einde van de blootstelling zo lang moet worden voortgezet zolang zij dit nodig achten om de gezondheid van de betrokken werknemer te vrijwaren.

11 carcinogene stoffen

In de bijlage van de richtlijn zijn er blootstellingsgrenswaarden vastgelegd voor 11 carcinogene stoffen die nog niet in de richtlijn van 2004 stonden:

  • respirabel kristallijn silicastof;
  • 1,2-epoxypropaan;
  • 1,3-butadieen;
  • 2-nitropropaan;
  • acrylamide;
  • bepaalde chroom (VI)-verbindingen;
  • ethyleenoxide;
  • o-toluïdine;
  • vuurvaste keramische vezels;
  • broomethyleen;
  • hydrazine.

De bijlage III van richtlijn 2004/37, die deze grenswaarden bevat, wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de nieuwe richtlijn 2017/2398.

Hiërarchie van maatregelen

Het volstaat niet om enkel rekening te houden met de blootstelling van werknemers om die dan te toetsen aan de nieuwe of veranderde grenswaarden. De werkgever moet alle maatregelen nemen om het gebruik van carcinogene en mutagene stoffen te elimineren of terug te dringen.

Daarom dienen de gevaren voor werknemers die aan specifieke carcinogene en mutagene stoffen kunnen worden blootgesteld, in kaart worden gebracht en ingeschat. De blootstelling aan eventuele risico’s moet worden voorkomen door maatregelen te nemen: de vervanging door niet of minder gevaarlijke stoffen, het gebruik van een gesloten systeem of andere maatregelen om het blootstellingsniveau voor werknemers te verminderen.

Omzetting naar Belgisch recht

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 17 januari 2020 aan de nieuwe richtlijn te voldoen. De richtlijn dient dus ten laatste op 17 januari 2020 in Belgisch recht te zijn omgezet.

Meer informatie

De tekst van de richtlijn is beschikbaar op de EUR-Lex website van de Europese Unie:

Richtlijn (EU) 2017/2398 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

(Bon: Prebes)