Risicobeoordeling

De risicobeoordeling bestaat eerst en vooral uit het bepalen van het niveau, de aard en de duur van de blootstelling met als doel na te gaan of de actie- en grenswaarden niet zijn overschreden. Dat wil niet zeggen dat men steeds een meting moet uitvoeren. Vaak kan de blootstelling worden ingeschat door het verzamelen van gegevens, zoals:

  • de aard en de toestand van de toestellen en machines die trillingen voortbrengen;
  • de duur dat men per dag met deze toestellen werkt;
  • de gebruiksomstandigheden, de toestand van het wegdek, de onderhoudstoestand, de werkmethode.

Naast de bepaling van de blootstelling moet men nog bijkomende risicofactoren beoordelen die ook een rol spelen in het al dan niet ontstaan van gezondheidsschade.
Meer informatie over dit onderwerp is beschikbaar in de rubriek Welzijnsbeleid > Risicoanalyse.

Bepalen van de aard, het niveau en duur van de blootstelling

Raming van de blootstelling

Men kan het blootstellingsniveau beoordelen door middel van een raming (berekening) gebaseerd op informatie die de fabrikant van het materieel heeft verstrekt en/of op meetgegevens opgenomen in databases. Om dat te doen moet men gegevens verzamelen en de werkpost observeren. Volgende stappen zijn nodig:

1. Inventarisatie van alle mogelijke bronnen

Men stelt een lijst op van alle toestellen die hand-arm trillingen voortbrengen en tijdens welke werksituaties en bij welke voertuigen er overdracht is van trillingen naar het lichaam.

2. Verzamelen van informatie over de emissieniveaus van en de blootstellingen door elk toestel

Men kan hiervoor de gegevens gebruiken die de fabrikant in de gebruiksaanwijzing heeft vermeld. De machinerichtlijn verplicht de fabrikant om een dergelijke gebruiksaanwijzing te voorzien. Indien nodig dient men aan de fabrikant bijkomende informatie op te vragen.

De specifieke normen volgens dewelke de fabrikant de emissiewaarden van de toestellen moet bepalen, verschillen van de normen voor de meting van de blootstelling van de werknemers tijdens het werk. De gebruiksvoorwaarden van trillende machines of voertuigen en de manier waarop ze effectief gebruikt worden, beïnvloeden in grote mate de hoeveelheid opgewekte trillingen tijdens het werk. Daarom verschillen de laboratoriumuitslagen van de fabrikant soms van de werkelijke blootstelling. Voor sommige toestellen moet men de emissieniveaus van de fabrikant met een factor 1,5 of 2 vermenigvuldigen.

Welke correctiefactor moet u dan voor de verschillende toestellen gebruiken? Raadpleeg daarvoor best de databases over hand-arm trillingen en lichaamstrillingen op de ‘Portale Agenti Fisici’ (PAF), de Italiaanse portaalsite voor fysische agentia, ook beschikbaar in het Engels: Physical Agents Portal.

Aan de gegevens van de fabrikant kunt u de meetuitslagen over een specifiek toestel toevoegen die u in databases kunt vinden. De belangrijkste databases worden vermeld in de module Tools.

Sommige databases geven een minimum, een gemiddelde en een maximum waarde. Andere geven een gemiddelde met een standaarddeviatie. Men moet steeds informatie verzamelen over het trillingsniveau in de verschillende specifieke gebruiksomstandigheden, zowel typisch als worst case, om de waarde te bepalen die het best overeenstemt met de specifieke omstandigheden in het bedrijf.

In de “Niet-bindende praktijkgids voor de uitvoering van Richtlijn 2002/44/EG betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van fysische agentia (trillingen)” staan voorbeelden van trillingsniveaus voor de vaak gebruikte machines en voertuigen. Men kan die overnemen als men op geen enkele andere manier aan informatie kan geraken over de in het bedrijf gebruikte toestellen.

3. Observatie van de werkmethoden en de gebruiksomstandigheden

Bij lichaamstrillingen moet men vooral letten op:

  • karakteristieken van het voertuig, zoals banden, vering, ophanging, schokdempers, motor, onderhoudstoestand, …
  • karakteristieken van de zetel, zoals soort, instelling, toestand, vering, …
  • gebruiksvoorwaarden, zoals terrein, rijsnelheid, rijstijl, lading, uitgevoerde bewerkingen, …
  • zithouding en bewegingen (torsie, onverwachte bewegingen) van de werknemer, …
  • Bij hand-armtrillingen moet men vooral letten op:
  • karakteristieken van het werktuig (aandrijving, vermogen, rotatie- of percussiesnelheid, uitbalancering, leeftijd, slijtage, onderhoudstoestand, gewicht, ophanging, ondersteuning, handgreep, handvatten, …);
  • gebruiksvoorwaarden (houding van pols, arm, schouder en romp, benodigde nijpkracht, duwkracht, ervaring, …);
  • aard van het te bewerken materiaal.

4. Keuze van het meest waarschijnlijke niveau van trillingen

In de gegevens over de emissiewaarden zoekt men de situatie die het best overeenkomt met de geobserveerde toestand. Die waarde is dan de raming van de emissie van het specifieke toestel.

5. Bepaling van de blootstellingsduur

Het gaat hier om de tijd dat men effectief is blootgesteld en dat er trillingsoverdracht is van het toestel naar het lichaam. Dit kan men bepalen door te chronometreren.

Wanneer men cyclisch werk heeft, hoeft men enkel gedurende één cyclus de blootstellingstijd te bepalen en deze vervolgens te vermenigvuldigen met het aantal cycli dat men uitvoert op één dag.

Wanneer het gaat om afwisselend werk, zal de werknemer zelf en zijn ploegbaas een schatting kunnen geven van de gemiddelde en maximale tijd dat hij is blootgesteld. Uit ervaring weet men dat voor hand-arm trillingen de door de werknemer opgegeven tijdsduur vaak een overschatting is met een factor 2 à 3 (tot zelfs 10). Voor lichaamstrillingen is de overschatting meestal beperkt.

Omdat op elke dag de blootstelling lager moet zijn dan de grenswaarde, zal men ook met de worst case situatie een berekening maken.

5. Berekening van dagelijkse blootstelling of toegelaten blootstellingsduur per dag

Dit kan men doen met de formule:
Dagelijkse blootstelling A(8)=a * √(t/8)

Waarbij:
a = trillingsintensiteit van het toestel in m/s²
t = blootstellingsduur in uren

Op het internet staan er specifieke calculators voor de blootstelling. Die calculators zijn bijzonder nuttig wanneer men met verschillende toestellen op dezelfde dag werkt en men de blootstelling voor de verschillende toestellen moet samentellen.

Voorbeelden van calculators vindt u onder de module Tools.

Het is niet mogelijk een betrouwbare raming van de blootstelling uit te voeren als het toestel:

  • niet exact hetzelfde is als vermeld in de database;
  • oud en slecht onderhouden is;
  • niet gebruikt wordt zoals het door de fabrikant is beschreven;
  • in afwijkende gebruiksomstandigheden wordt gebruikt.

In die gevallen zijn metingen noodzakelijk.

Metingen

De metingen van de blootstelling aan trillingen moeten worden uitgevoerd volgens de ISO-norm 5349-2(2001) voor hand-arm trillingen en de ISO-norm 2631-1(1997) voor lichaamstrillingen. Men moet er voor zorgen dat de activiteiten tijdens de metingen representatief zijn. Het verdient aanbeveling te meten in worst case situatie.

Metingen moeten zeker worden uitgevoerd als:

  • men geen raming kan geven omdat er onvoldoende gegevens voorhanden zijn;
  • men geen raming mag geven omdat die onbetrouwbaar is;
  • de raming hoger is dan de grenswaarde;
  • de raming betwist wordt door het comité voor preventie en bescherming op het werk, de arbeidsarts of een inspecteur van Toezicht op het Welzijn op het Werk;
  • uit het gezondheidstoezicht blijkt dat er al gezondheidsschade is opgetreden.

Afhankelijk van de betrouwbaarheid van de raming kan een meting ook nodig zijn als de raming hoger is dan de actiewaarde.
Als het comité voor preventie en bescherming op het werk de metingen betwist, moet een erkend laboratorium nieuwe metingen uitvoeren. In België is er slechts één laboratorium dat hiervoor erkend is: Bureau De Fonseca, Boechtstraat 27 te 1860 Meise, tel.: 02/2670538 (www.defonseca.be).

Andere gegevens

De blootstellingsevaluatie moet worden aangevuld met andere gegevens die duiden op een risico voor de gezondheid of de veiligheid van de werknemer.

Als uit het gezondheidstoezicht blijkt dat er wegens blootstelling gezondheidsschade is opgetreden, moet de arbeidsarts hiervan een anoniem rapport opmaken dat deel uitmaakt van de risicobeoordeling.

Er moet worden nagegaan of er in de groep van blootgestelde personen geen werknemers zijn die meer gevoelig zijn voor trillingen. Die gevoelige personen zullen niet door de actiewaarde en de grenswaarde zijn beschermd. Voor hen zullen bijkomende preventiemaatregelen nodig zijn.

Voorbeelden van meer gevoelige personen zijn:

  • zwangere vrouwen (schokken en trillingen staan op de lijst van mogelijke risico’s voor de zwangerschap, waarvoor een specifieke risicoanalyse nodig is volgens het KB moederschapsbescherming; de arbeidsarts kan zo nodig een blootstellingsverbod opleggen);
  • werknemers met reeds bestaande aandoeningen;
  • werknemers blootgesteld aan lawaai (lichaamstrillingen van 4 à 5 Hz kunnen de effecten van lawaai op het gehoororgaan versterken);
  • werknemers met rugbelastend werk;
  • zwaarlijvige personen;
  • zware rokers.

Men moet nagaan of er geen bijkomende risicofactoren zijn die het optreden van gezondheidseffecten zouden kunnen versnellen, zoals lage temperaturen, ontbreken van rustpauzes en slechte omstandigheden (slechte houdingen, verkeerde bewegingen, tillen van lasten, repetitief werk).

De interactie tussen lichaamstrillingen, slechte houdingen en manueel hanteren van lasten is belangrijker voor het ontstaan van rugpijn dan de blootstelling aan trillingen op zich. De bepaling van de blootstelling aan trillingen moet dus altijd gepaard gaan met een ergonomisch onderzoek van de werkpost.

De trillingen kunnen ook schade en defecten aan machines en toestellen veroorzaken waardoor er ongevallen zouden kunnen optreden. Hierbij moet men speciaal letten op:

  • beschadiging van installaties door het losraken van verbindingen;
  • verstoring van meetapparatuur met een verhoogde kans op het maken van fouten door verstoorde zintuiglijke waarneming en/of verstoorde motorische coördinatie.

Trillingen - Externe documentatie

Dossier Trillingen (HSE – Verenigd Koninkrijk)

De website van de ‘Health and Safety Executive’ (HSE) biedt verschillende gegevens in het Engels: rubriek Vibration at Work.

Website Human vibrations (Universiteit van Southampton - Verenigd Koninkrijk)

Verschillende gegevens zijn in het Engels beschikbaar: website Human Vibration.

Dossier Trillingen (INRS - Frankrijk)

Het Franse nationaal onderzoeksinstituut voor het onderzoek en de preventie van arbeidsongevallen en beroepsziektes stelt op zijn website een specifiek dossier betreffende trillingen voor (in het Frans): Dossier Vibrations.

Onderzoeksprojecten VIBRISKS et VINET (Europese Unie)

In het kader van de Europese onderzoeksprojecten VIBRISKS en "Vibration Injury Network" (VINET), zijn er procedures en goede praktijken ontwikkeld voor het onderzoek van blootgestelde werknemers en de goede opvolging van werknemers met symptomen te wijten aan mechanische trillingen.

Die verschillende gegevens zijn in het Engels beschikbaar op de volgende websites:

Rubriek Rugklachten” (NVAB - Nederland)

De Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) verschaft op haar website verschillende gegevens, zoals richtlijnen en documentatie, in het Nederlands of in het Engels: rubriek Rugklachten.

Trillingen - Sensibiliseringsmateriaal

Napo in "vertil je niet!" - Slechte trillingen (EU-OSHA)

De animatiefilm "Napo in vertil je niet!" wijst op het belang van een geïntegreerde aanpak voor het vermijden van musculoskeletale aandoeningen. Centraal staat het omgaan met de volledige belasting op het lichaam, van alle druk en overbelasting, omgevingsfactoren, risico’s op de werkplek en het werkritme tot de lasten die moeten worden verplaatst.

De film werd gemaakt in het kader van de Europese campagne van 2007 en bestaat uit 11 korte fragmenten. Het 8e fragment gaat over trillingen.

Op de Napo-website: Aflevering 08: Slechte trillingen.

Trillingen - Tools

De SOBANE-strategie toegepast op trillingen (FOD Werkgelegenheid - België)

De SOBANE-strategie voor het beheer van beroepsrisico’s werd ontwikkeld als hulp bij de organisatie van een dynamisch en doeltreffend risicobeheer. Zij bevat vier interventieniveaus (opsporing (Screening), OBservatie, ANalyse, Expertise) en biedt de mogelijkheid om door een gestructureerde benadering de nodige middelen en competenties te gebruiken volgens de complexiteit van de problemen waarmee men wordt geconfronteerd.

De Sobane-strategie toegepast op lichaamstrillingen is beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD Werkgelegenheid), in de module Publicaties > Globale lichaamstrillingen – Reeks SOBANE-strategie.

De Sobane-strategie toegepast op hand-arm trillingen is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de module Publicaties > Hand-arm trillingen – Reeks SOBANE-strategie.

Belangrijkste databases van fabrikanten

Bepaalde databankgegevens zijn beschikbaar op het internet:

Berekening van de dagelijkse blootstelling aan trillingen

We kunnen de volgende formule gebruiken:
dagelijkse blootstelling A(8)=a * √(t/8)

waarbij:

a = trillingsintensiteit van het toestel m/s²

t = blootstellingsduur in uren

Er staan op het internet specifieke calculators voor de blootstelling. Die calculators zijn bijzonder nuttig als men met verschillende toestellen op één dag werkt en men de blootstelling van de verschillende toestellen moet samentellen.

Voorbeelden van calculators zijn beschikbaar op volgende websites:

Trillingen - Publicaties

Hand-arm trillingen – Reeks SOBANE-strategie (FOD Werkgelegenheid – België - 2005)

De Sobane-strategie stelt beleidsmethoden ter beschikking om bedrijven te helpen de risico’s te analyseren en preventiemaatregelen te bepalen. De specifieke SOBANE brochure over hand-arm trillingen bevat observatie- en analysemethoden en hulpfiches voor bedrijven.

Deze publicatie is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Publicaties> Hand-arm trillingen – Reeks SOBANE-strategie.

Globale lichaamstrillingen – Reeks SOBANE-strategie (FOD Werkgelegenheid– België - 2005)

De Sobane-strategie stelt beleidsmethoden ter beschikking om bedrijven te helpen de risico’s te analyseren en preventiemaatregelen te bepalen. De specifieke SOBANE brochure over lichaamstrillingen bevat van observatie- en analysemethoden en hulpfiches voor bedrijven.

Deze publicatie is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Publicaties> Globale lichaamstrillingen – Reeks SOBANE-strategie.

Vibrations et mal de dos (INRS – Frankrijk - 2012)

Deze goede praktijkengids is in het Frans beschikbaar op de website van de ‘Institut national de recherche et de sécurité pour la prévention des accidents du travail et des maladies professionnelles’ (INRS): Vibrations et mal de dos. Guide des bonnes pratiques en application du décret 'Vibrations'.

Niet-bindende praktijkgids voor de uitvoering van Richtlijn 2002/44/EG (Europese Commissie - 2008)

In deze gids staan voorbeelden van trillingsniveaus voor veel gebruikte machines en voertuigen. Men kan die gebruiken als men op geen enkele andere manier de informatie over de in het bedrijf gebruikte machines kan verkrijgen.

De gids is beschikbaar op de website van de Europese Commissie: Niet-bindende praktijkgids voor de uitvoering van Richtlijn 2002/44/EG betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (trillingen).

Onderzoeken

  • Draagbare spijkermachines – vereenvoudigen van evaluatiemethodes van de blootstelling aan lawaai en trillingen (IRSST – Canada – 2018)

    Het Canadeze onderzoeksinstituut "Institut de recherche Robert-Sauvé en santé et en sécurité de travail" (IRSST) heeft de resultaten gepubliceerd van een onderzoek dat pistes voorstelt om de evaluatiemethodes te vereenvoudigen van lawaai en trillingen die worden veroorzaakt door spijkermachines die frekwent worden gebruikt door timmerlui en dakwerkers, teneinde hun blootstelling hieraan te verminderen in het kader van hun werk. Dit gereedschap veroorzaakt lawaai en trillingen op niveaus waardoor de gebruikers ervan risico lopen op beroepsdoofheid of het hand-armvibratiesyndroom.

Trillingen - Regelgeving

Titel 3 van boek V van de codex over het welzijn op het werk bepaalt wat er in een bedrijf moet worden gedaan als er werknemers aan mechanische trillingen worden blootgesteld. Die regelgeving geeft actie- en grenswaarden en verplicht tot het uitvoeren van een risicobeoordeling. Als er risico’s zijn moet de werkgever preventiemaatregelen nemen.

Meer informatie daarover en de reglementaire teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, in de rubriek Thema's > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Trillingen.

Actiewaarde

De actie- en de grenswaarde worden uitgedrukt in m/s² (de frequentie- en tijdgewogen versnelling van de trilling in de drie assen) en worden steeds bepaald als een gemiddelde over een werkdag van 8 uur. Als de blootstellingsduur kleiner is dan 8 uur, dan moet men een herberekening maken voor een gemiddelde over 8 uur.

Voor hand-arm trillingen is de actiewaarde 2,5 m/s² en de grenswaarde 5 m/s². Voor lichaamstrillingen is de actiewaarde 0,5 m/s² en de grenswaarde 1,15 m/s².

Uit onderzoek weten we dat bij blootstelling boven de actiewaarde er al hinder, verminderd comfort en gezondheidsschade kan optreden. De doelstelling is derhalve er voor te zorgen dat voor elke werkdag de blootstelling lager is dan de actiewaarde.

In de praktijk

  • Checklist voor de veiligheid en het welzijn van de werknemer-fietsgebruiker

    In februari 2024 publiceerden de Secretariaten van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de Nationale Arbeidsraad (NAR) een checklist voor de werknemer-fietsgebruiker. De publicatie doet een aantal verplichting met betrekking tot het gebruik van de fiets op en op weg naar het werk uit de...
  • Alcohol en drugs

    Brochure “Alcohol de baas” van VAD om alcohol- en ander druggebruik binnen de sociale economie bespreekbaar te maken

    Met de nieuwe brochure “Alcohol de baas” wil het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) leidinggevenden in de sociale economie helpen om het thema alcohol en drugs bespreekbaar te maken. De brochure bevat realistische situaties die leidinggevende inspiratie kunnen bieden bij het...
  • Psychosociale risico’s (PSR) / Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk

    Europees project UniSAFE "Stop gendergerelateerd geweld in de academische wereld”

    Het Europese project UniSAFE "Ending gender-based violence in academia" heeft een reeks tools klaar om aan de slag te gaan bij het aanpakken van ongewenst gedrag in de academische wereld...
  • Belgisch focal point EU-OSHA

    Oproep tot het inzenden van nominaties voor de Awards voor goede praktijken van EU-OSHA

    De Awards voor goede praktijken voor een gezonde werkplek, georganiseerd door het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) en zijn nationale focal points, zijn een erkenning voor organisaties die een uitstekende en innovatieve bijdrage hebben geleverd aan veiligheid...
  • OIRA / Risicoanalyse

    OiRA in België: ontdek de nieuwe functies

    Op 10 november 2023 organiseerde het Belgisch Focal Point van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (EU-OSHA) een colloquium rond het 10-jarig bestaan in België van OiRA, de tool voor een online interactieve risicoanalyse.

Nieuws en evenementen

nagelen
nagelen
04.01.2019

Nauwkeuriger meten van de blootstelling aan lawaai en trillingen van spijkermachines

Het Canadeze onderzoeksinstituut "Institut de recherche Robert-Sauvé en santé et en sécurité de travail" (IRSST) heeft de resultaten...