Telewerk wordt zeer vaak als positief beschouwd door de werknemers die vragende partij zijn en ook door vele werkgevers, maar kan een grote impact hebben op het welzijn op het werk. Deze -positieve of negatieve- impact hangt af van vele factoren inzake:
- de aard van het werk die ertoe leidt dat men een beetje of veel telewerk kan verrichten: bijvoorbeeld werk waarbij men alleen aan dossiers kan werken of werk waarbij een regelmatige samenwerking met de collega’s vereist is;
- de stijl die wordt gehanteerd om dit telewerk te beheren;
- de voorwaarden betreffende de uitvoering van dit telewerk: de werkgever stelt al dan niet ICT-materiaal of ander materiaal ter beschikking, inrichting van de werkplaats bij de werknemer thuis (kantoor, eetkamer,…), kostprijs voor de telewerker (elektriciteit, verwarming, verlichting, …), premie die door de werkgever wordt betaald voor het telewerk, … ;
- de mobiliteit in functie van de al dan niet grote afstand tussen de woonplaats van de telewerker en diens onderneming of de problemen met betrekking tot het openbaar vervoer;
- de persoonlijke situatie van de telewerker: alleenwonend of samenwonend met één of meerdere personen, samenwonen met partner, met of zonder kinderen, maar ook van de persoonlijke situatie van deze andere personen die mogelijk ook telewerk verrichten;
- de persoonlijkheid van de telewerker die al dan niet nood heeft aan sociale contacten met zijn collega’s;
- de gezondheid van de telewerker, waardoor hij zich bijvoorbeeld al dan niet makkelijk kan verplaatsen;
- …
Om deze redenen wordt al verscheidene jaren aangeraden het telewerk te beperken tot 2 en zelfs maximum 3 dagen per week. Bij meer dagen telewerk zullen de belangrijkste risico’s die te maken hebben met het welzijn van de telewerker, toenemen en steeds meer mensen treffen. Deze gezondheidsproblemen zullen niet alleen gevolgen hebben voor de werknemers, maar ook voor de ondernemingen (verlies aan productiviteit, verlies aan kwaliteit, absenteïsme, …).
De belangrijkste risico’s die zich voordoen over het welzijn op het werk, hebben betrekking op:
- de psychosociale risico’s (PSR: isolement, stress met betrekking tot de doelstellingen, demotivatie…);
- de musculoskeletale aandoeningen (MSA: rugpijn, tendinitis, veel tijd zittend doorbrengen, …);
- en de grens tussen het beroepsleven en het privéleven die steeds onduidelijker wordt.
De COVID-crisis heeft een groot aantal werknemers ertoe verplicht permanent telewerk te verrichten gedurende vele maanden. Op die manier konden vele ondernemingen hun activiteiten voortzetten en boden ze hun werknemers de mogelijkheid aan het werk te blijven, maar deze situatie heeft de risico’s over welzijn op het werk vergroot. Voor sommigen was dit een ontdekking, maar ook een uitdaging. Anderen zijn overgeschakeld van occasioneel telewerk van 1 of 2 dagen per week naar permanent telewerk.
Op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer over telewerken staat het volgende te lezen:
“38.2% van de Belgische werknemers telewerkt minstens één dag per week en nog eens 6.6% doet het sporadisch. Door de Corona-crisis zijn plots meer mensen ingestapt in het systeem van telewerken. (In 2017 was dit 17%, in september 2019 was dit 22%, in januari 2020: 33%). Niet alleen meer mensen, maar ook wordt er meerdere dagen aan telewerk gedaan.”
Na de COVID-crisis zullen steeds meer werknemers vragen telewerk te verrichten of verder telewerk te verrichten of meer dagen telewerk te verrichten.
Over welzijn op het werk moet het preventiebeleid van de ondernemingen zich ook aanpassen aan een organisatie van het werk waarvan telewerk deel uitmaakt. Er bestaan raadgevingen en instrumenten om de ondernemingen bij te staan in deze evolutie.